Midden in het centrum van Alphen aan den Rijn was tot het midden van de 20e eeuw Hotel De Vergulde Wagen gevestigd.

In de tijd van de postkoets en de trekschuit was hotel of herberg “de Vergulde Wagen” een ideale plaats voor het wisselen van paarden, voor enige uren rust na een vermoeiende rit te paard of voor een overnachting na aankomst van de laatste trekschuit. De locatie net tegenover de Alphense brug (hoek Raadhuisstraat en tegenwoordige van Boetzelaerstraat) was dan ook niet zomaar gekozen.

De naam ‘Vergulde Wagen’ was van oudst bekend. In 1685 was er in geschriften al sprake van een herberg met die naam. Het vermoeden bestaat dat het etablissement toen al een kleine eeuw bestond. De Friese Stadhouder Johan Willem Friso overnachtte er vlak voordat hij in 1711 bij Moerdijk verdronk. Aan zijn goede nachtrust zal het, hopen we, niet gelegen hebben.

In de negentiende eeuw was het hotel, naast onderkomen van de “Regtkamer” van Aarlanderveen het centrum van het plaatselijk verenigingsleven . Men kon er kegelen, kolfen en biljarten. Het was de plaats om het glas te heffen met zakenrelaties.

In de twintigste eeuw verliep de klandizie. Ondanks een ingrijpende verbouwing in 1912 werd het hotel al voor 1940 gesloten . Na nog enige tijd voor diverse doeleinden gebruikt te zijn werd het in 1954 afgebroken.

 

Toenmalige plattegrond. De huidige Alphense brug (1955) bevind zich links van de oude (1906). De Bruggenstraat heet nu Pieter Doelmanstraat.